Suriname, een land met een rijke ecologische diversiteit, staat bekend om zijn indrukwekkende bosbedekking van maar liefst 93%, wat één van de hoogste ter wereld is. Deze uitgestrekte bossen spelen een essentiële rol in het klimaatregulerend vermogen van de planeet door als koolstofputten te fungeren. In dit kader speelt het erfgoed van de door vrijgekomen slaven gekochte en aan hun nakomelingen nagelaten Para- en Coronie boedelplantages, om er te wonen en te bewerken, een cruciale rol in de bijdrage van Suriname aan de wereldwijde klimaatverandering en de compensatie daarvan. De kopers van de plantagegronden gaven de opdracht mee aan hun nazaten, dat de gronden bestemd zijn voor 'kindskinderen' en NOOIT in handen van de overheid of anderen mogen komen.

De Para boedelplantages hebben altijd de totale gemeenschap gediend. Te Hanover is recentelijk honderden hectaren land 'geschonken' aan de totale Surinaamse gemeenschap voor het opzetten van de Middelbare School Para en voor het aanleggen van de nieuwe D.D.Bouterse Highway. De weg van Paramaribo naar Zanderij, waar iedereen gebruik van maakt, gaat dwars door verschillende Paraboedelplantages. Verschillende oude plantages hebben gedurende 75 jaren een onuitwisbare ontwikkelingsbijdrage geleverd aan de bauxietindustrie in Suriname, waar de nazaten bitter weinig tot niets aan hebben overgehouden.

Na beëindiging van de bauxietovereenkomst werden de plantages teruggegeven aan de rechtmatige eigenaren, zonder die te rehabiliteren of de eigenaren en nazaten te compenseren. Op verschillende plaatsen zijn tonnen levensgevaarlijke giftige stoffen begraven. Enorme diepe onbedwingbare, met vloeistof gevulde kraters, een veranderde en verstoorde waterhuishouding, en weggevaagde biodiversiteit zijn zichtbare getuigen van die periode.

Na de afschaffing van de slavernij in 1863 hebben de 'vrijgekomenen' nog 10 jaren dwangarbeid moeten verrichten voor de toenmalige heersers. In 1873 kregen ze de werkelijke vrijheid. Aangezien ze geen ander verblijf hadden, moesten ze de plantages KOPEN van de slavenmeesters. De nu vrije plantagebewoners kochten gezamenlijk de plantages waarbij in de boeken degenen geregistreerd werden die met de gelden bij de koloniale administrateur kwamen om de koop te finaliseren. De voormalige plantages werden gemeenschapsbezit oftewel privé boedel-gronden met een door de bewoners gekozen plantagebestuur. Internationaal wordt deze bestuursvorm gedefinieerd als 'Community Based Organisation’ of CBO.

In plaats van grootschalige ontbossing voor de productie van commerciële gewassen, passen de Afrikaans-Surinaamse gemeenschappen in Para en Coronie 'Agroforestry' toe door bomen te integreren in hun landbouwsystemen. Deze landbouwmethoden stimuleren de natuurlijke regeneratie van het bos, bevorderen duurzame benutting en bescherming van de biodiversiteit, en verbeteren de bodemkwaliteit en de waterhuishouding.

Het bos van de oude plantages heeft zich na de koloniale tijd hersteld in nieuwe regenwouden die een integraal onderdeel van Suriname’s enorme bosbedekking vormen en heden te dage een belangrijke rol spelen in het wereldwijd bestrijden van klimaatverandering. Ze fungeren als koolstofputten, die enorme hoeveelheden koolstofdioxide (CO2) uit de atmosfeer opnemen en opslaan, wat bijdraagt aan vermindering van broeikasgassen in de lucht en afkoeling van de aarde. De Afrikaans-Surinaamse gemeenschappen in de districten Para en Coronie hebben duidelijk bijgedragen aan het behoud van één van de meest belangrijke ecologische hulpbronnen in de strijd tegen klimaatverandering. In dit opzicht wordt Suriname gezien als een land dat zijn bossen niet alleen behoudt, maar ook actief bijdraagt aan het compenseren van de schadelijke effecten van klimaatverandering op mondiaal niveau.

De uitdaging voor Suriname in de toekomst is om zijn 93% bosbedekking te behouden en verder uit te breiden, ondanks de groeiende druk van landbouw, mijnbouw en infrastructuurontwikkeling. De Afrikaans-Surinaamse gemeenschappen van de boedelplantages spelen hierin een sleutelrol. Hun traditionele kennis en respect voor de natuurlijke hulpbronnen stellen hen in staat om duurzame praktijken voort te zetten die zowel de economie ondersteunen als de ecologische stabiliteit van het land bevorderen.

Het is van groot belang dat de overheid alsook nationale- en international NGO’s en donoren zoals UNDP Small Grants Program, Japan Fund, Canada-, en Australian Aid, Green Climate Fund, Conservation International Suriname, CELOS, investeren in het ondersteunen van deze gemeenschappen van Afrikaanse afkomst, in het bevorderen van duurzame landbouw- en andere duurzame ontwikkelingspraktijken. Het behouden van de bossen en het bevorderen van de regeneratie op oude plantages zal een belangrijk onderdeel blijven van de wereldwijde inspanningen om klimaatverandering tegen te gaan en de koolstofemissies te verminderen.

Dr. Haydi J. Berrenstein
KBF Milieu Goodwill Ambassadeur
UNESCO Earth Network Expert
Conservation Biologist, Chemist, Aquaculture & Mangrove Wetland Specialist
Oprichtster en Voorzitster van Stichting ter Bevordering van Onderzoek, Educatie en Awareness in Ecosystemen, Biodiversiteit en Aquacultuur